Een boegschroef, ook wel kopschroef genoemd (Engels: bow thruster), is een hulpmotor die aan de voorkant van een schip, onder water in een horizontale buis (tunnel) is gemonteerd. Dit hulpmiddel wordt bij plezierjachten meestal elektrisch aangedreven door accu’s en dient om het voorschip bij lage snelheid naar bakboord of stuurboord te bewegen, waardoor manoeuvreren eenvoudiger wordt.
Wil je het voorschip naar bakboord sturen, dan zet je de joystick of tiptoetsbediening op 'bakboord'. De boegschroef zuigt water aan de bakboordzijde aan en creëert een stuwstraal naar stuurboord, waardoor het voorschip naar bakboord wordt gedrukt. Het achterschip zwaait hierbij licht naar stuurboord, omdat het draaipunt van het schip zich ongeveer op 1/3 van de voorzijde bevindt. De stand van het roer heeft hierbij geen invloed, aangezien er geen druk op staat.
Wil je het voorschip naar stuurboord sturen, dan zet je de bediening op ‘stuurboord’. De boegschroef zuigt water aan de stuurboordzijde aan en creëert een stuwstraal naar bakboord, waardoor het voorschip naar stuurboord wordt geduwd. Ongeacht de stand van het roer zal het achterschip hierbij iets naar bakboord uitwijken.
De boegschroef is vooral handig in situaties zoals wachten voor een brug of sluis in smal vaarwater met zijwind. Als de zijwind het voorschip naar bakboord drukt, dan kun je de boegschroef naar rechts bedienen om het voorschip weer recht tegen de wind in te zetten. Let op: hoewel dit tijdelijk helpt om het schip recht te houden, zal het uiteindelijk langzaam door de wind naar bakboord drijven. De boegschroef biedt dus vooral een tijdelijke oplossing.
De boegschroef kan ook goed van pas komen bij het afvaren. Stel je ligt met de bakboordzijde aan de kade en wind, stroom of wieleffect spelen geen rol. Zorg er eerst voor dat de boegschroef stand-by staat, aangezien deze automatisch uitschakelt na langdurige inactiviteit. Zet hiervoor de bediening opnieuw aan.
Plaats het roer alvast richting de wal, in dit geval bakboord. Start de motor en kijk goed achterom om te controleren of je veilig kunt afvaren. Gooi daarna alle trossen los. Met de boegschroef kun je het voorschip voorzichtig van de kade wegduwen, waardoor je gecontroleerd en veilig kunt vertrekken.
Om het achterschip van de kant af te krijgen, kun je het bakboordroer gebruiken en de schroef heel zachtjes (stationair) vooruit laten draaien. Hierdoor wordt het achterschip van de kant gedrukt, waardoor het voorschip naar de kant toe beweegt. Om het schip vervolgens evenwijdig van de kant af te krijgen, zet je de boegschroef naar stuurboord. Dit zorgt ervoor dat jouw schip recht langs de kant beweegt.
Het proces om jouw schip evenwijdig van de kant af te krijgen, is een samenspel tussen de krachten van de achterste schroef en de boegschroef. Zodra je voldoende afstand van de kant hebt, kun je het roer midscheeps zetten en met de motor vooruit wegvaren.
In dit voorbeeld zie je hoe je met een combinatie van de hoofdmotor en boegschroef kunt afvaren aan de stuurboordzijde van de kade. Begin met het geven van stuurboordroer en zet de achterste schroef een beetje vooruit. Dit zorgt ervoor dat het achterschip van de kant wegdraait. Tegelijkertijd zet je de boegschroef naar bakboord, waardoor het schip evenwijdig van de kant afkomt.
Zodra je voldoende afstand van de kant hebt, kun je het roer midscheeps zetten en met de motor vooruit wegvaren. Op deze manier manoeuvreer je gecontroleerd en veilig van de kade af.
Sommige schepen zijn uitgerust met een hekschroef, die in een tunnelbuis aan de achterkant (het hek) van het schip wordt ingebouwd. Met een hekschroef kan de achterzijde van het schip naar bakboord of stuurboord worden gedrukt, waardoor het schip beter te manoeuvreren is, vooral bij het afmeren of het draaien in krappe ruimtes.
Als je met harde wind aan lagerwal wilt afmeren, dan hang je de stootwillen aan de bakboordzijde en leg je het schip evenwijdig aan de ligplaats stil. Omdat het achterschip dieper steekt dan het voorschip, biedt het voorschip minder weerstand tegen de wind, waardoor het gemakkelijk wegdrijft. Dit kun je tegengaan door de boegschroef op stuurboord te zetten. Het schroefwater van de boegschroef wordt dan naar bakboord geleid en duwt het voorschip naar stuurboord, zodat het schip goed gepositioneerd blijft tijdens het afmeren.
Als de boeg door de boegschroef iets te veel naar stuurboord is gedrukt, dan kun je de boegschroef uitzetten. Door de wind zal het voorschip vanzelf naar de kant draaien, waardoor het schip weer in de juiste positie komt. Het schip blijft door de wind aan de kant gedrukt, zodat je rustig de tijd hebt om de landvasten te beleggen en het schip veilig af te meren.
Om uit een box te varen zonder de rechterbuurman te raken, kun je gebruikmaken van de achterspring, vooral bij harde zijwind. Begin door voorzichtig een beetje gas achteruit te geven, zodat de achterspring strak komt te staan en het schip langzaam uit de box beweegt.
Om te voorkomen dat het voorschip door de zijwind naar stuurboord uitzwaait, zet je de boegschroef op bakboord. Dit houdt het schip evenwijdig aan de steiger. Zet daarna de gashendel in de neutraalstand en maak de achterspring los. Nu kun je het schip recht uit de box varen, zonder het risico de buurman te raken.
Wanneer je met het achterschip voorbij het uiteinde van de steiger bent, kun je een bocht naar stuurboord maken. Dit doe je door het roer naar stuurboord te geven en de schroef zachtjes vooruit te draaien. Het achterschip zal naar bakboord uitzwaaien, maar zal de steiger niet raken.
Als je een boegschroef hebt, dan kun je de bocht nog scherper maken door de boegschroef naar stuurboord te zetten. Hierdoor zal de achterkant van het schip nog verder naar bakboord uitzwaaien, wat het makkelijker maakt om de bocht soepel en zonder risico op schade te maken.
Bij het maken van de bocht naar stuurboord word je ook geholpen door de zijwind, die het voorschip naar stuurboord drukt. Dit maakt de manoeuvre eenvoudiger, omdat de zijwind het schip al in de gewenste richting duwt.
Om dit visueel beter te begrijpen, kun je tijdens het beantwoorden van de vragen een tekening van de situatie maken. Dat helpt je om de verschillende krachten en de positie van het schip duidelijker in beeld te brengen. Tijdens het vaarbewijs examen mag je het verstrekte kladpapier gebruiken om je schetsen te maken. Wil je de theorie eerst nog beter oefenen? Bekijk dan onze cursus waar we altijd de nieuwste examenvragen gebruiken zodat jij jouw vaarbewijs 1 of vaarbewijs 2 kan halen.
Gemiddelde beoordeling door cursisten van Vaarbewijs.nl